Melk vormt een belangrijk onderdeel van het typische Nederlandse voedingspatroon. Het voedingscentrum adviseerde vroeger altijd om 2 à 3 porties (300 tot 450 ml) melkproducten per dag te consumeren om het risico op onder andere botbreuken, darmkanker en diabetes type 2 te verlagen1.
Deze gezondheidsvoordelen zijn echter omstreden en er zijn ook onderzoeken die aantonen dat het drinken van veel melk mogelijk nadelige effecten heeft.
Een studie gepubliceerd in de New England Journal of Medicine in 20202 heeft onderzocht wat de mogelijke voor- en nadelen zijn van een verhoogde inname van melkproducten op de gezondheid van volwassenen.
In dit artikel beantwoorden we de vraag: Wat is de invloed van melk op de gezondheid van botten van volwassenen?
Afbeelding 1. Enkele voorbeelden van melkproducten

Melk en calcium
Één van de belangrijkste redenen om een hoge inname van melk te adviseren is om voldoende calcium binnen te krijgen voor het behouden van gezonde botten1. Het voedinscentrum adviseert volwassenen om ongeveer 1000 mg calcium per dag te consumeren (ongeveer 850 ml melk)3. Dit advies ligt zelfs hoger bij ouderen (1100-1200 mg calcium per dag) (tabel 1).
Geslacht/leeftijd | Dagelijkse aanbeveling van calcium (milligram) |
Mannen | |
9-17 jaar | 1200 |
18-24 jaar | 1000 |
25-69 jaar | 950 |
70+ jaar | 1200 |
Vrouwen | |
9-17 jaar | 1100 |
18-24 jaar | 1100 |
25-50 jaar | 950 |
51-69 jaar | 1100 |
70+ jaar | 1200 |
Waarop zijn deze aanbevelingen gebaseerd?
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid melk is gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek uit 2007.

De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid melkproducten is gebaseerd op een analyse van negentien studies waar in totaal 155 mensen aan deelnamen4. Uit die studies kwam naar voren dat een inname van 741 mg calcium (ongeveer 600 ml melk) noodzakelijk was voor het behouden van een goede calcium-balans (de calcium inname minus de uitscheiding via ontlasting en urine).
Om dit in perspectief te zetten: Uit een andere studie die al in 1952 is uitgevoerd onder (slechts 10) Peruaanse mannen bleek dat een inname van 200 milligram calcium (minder dan 200 ml melk) al voldoende was om een goede calcium-balans te onderhouden5.

Er zijn echter vier belangrijke nuances aan deze studies:
- Om dit soort conclusies te kunnen trekken heb je meer proefpersonen nodig.
- De totale duur van de studies was zeer kort: twee tot drie weken.
- De mensen in deze onderzoeken hadden sowieso al een hoge calcium inname.
- Er werd alleen maar gekeken naar calcium-balans, helemaal niet naar botgezondheid (botdichtheid of het aantal botbreuken).
Het belangrijkste bezwaar om deze studies voor een advies over botgezondheid te gebruiken, is het vierde beschreven punt. Het voelt toch vreemd dat een advies voor het behouden van een goede botgezondheid gebaseerd is op onderzoek dat helemaal niet kijkt naar de gezondheid van de botten, maar slechts naar een fysiologisch aspect (de calcium-balans in het lichaam). Hoe zit dat dan met studies die wel naar botgezondheid kijken?
Wat is de invloed van melk op de botdichtheid?
Grote klinische studies die onderzochten wat de invloed was van het geven van calium supplementen (van 1000 mg of 2000 mg) vonden dat deze supplementen resulteerden in een 1 tot 3% hogere botdichtheid, vergeleken met een placebo. Dit is op zichzelf al een klein verschil, maar kan klinisch relevant zijn als dit een blijvend verschil is. Dit was echter niet het geval. Op de lange termijn verminderde dit verschil of ging in zijn geheel verloren6, 7.
In lijn met deze bevinding werd in een andere studie, uitgevoerd onder 10.000 amerikanen, ontdekt dat calcium inname helemaal niet gerelateerd was aan de botdichtheid van de heup8. Vitamine D leek hierbij een veel belangrijkere rol te spelen.
Wat is de invloed van melk op het aantal botbreuken?
Tot nu toe hebben we het vooral gehad over de invloed van calcium op botdichtheid. Is er dan misschien een invloed van de calcium- of melk inname op het aantal botbreuken?
Opvallend is dat in landen waar de melkconsumptie hoger is, er meer mensen zijn die een heup breken (gecorrigeerd voor het aantal inwoners) (afbeelding 2)2. Hierbij gaat het echter om een correlatie en niet om een oorzaak-gevolg relatie. Mogelijk wordt dit dus beïnvloedt door andere factoren, zoals de vitamine D inname of etniciteit. Om dat te bewijzen, zijn er grotere studies nodig die specifiek naar de invloed van calcium- en melkinname kijken op botbreuken. Gelukkig zijn die er ook.
In meerdere grote wetenschappelijke studies waarbij de melk inname verschilde van minder dan 1,5 eenheid tot meer dan 30 eenheden per week, werd geen enkel verband gevonden tussen melkconsumptie en het risico op een gebroken heup9, 10. Ook bij het suppleren van calcium in een studie met 6.740 patienten werd er geen verband gevonden tussen calcium suppletie en botbreuken, vergeleken met een placebo11. De kans op een gebroken heup was zelfs een heel klein beetje hoger in de groep die de echte calcium suppletie kreeg.
Afbeelding 2. Het verband tussen melkconsumptie en aantal botbreuken in verschillende landen

Conclusie
Er is geen goed bewijs dat een hogere melkconsumptie leidt tot een betere botdichtheid of een lager risico op botbreuken.
Calcium is wel degelijk essentieel voor het menselijk lichaam, maar het is belangrijk om op te merken dat er tegenwoordig ook veel goede alternatieve (plantaardige) voedingsproducten zijn met veel calcium
Gerelateerde artikelen
Bronnen
- Voedingscentrum. De gezondheidseffecten van melk [online].
- Willett WC, Ludwig DS. Milk and Health. N Engl J Med 2020;382:644-654.
- Voedingscentrum. Calcium [online].
- Hunt CD, Johnson LK. Calcium requirements: new estimations for men and women by cross-sectional statistical analyses of calcium balance data from metabolic studies. Am J Clin Nutr 2007;86:1054-1063.
- Hegsted DM, Moscoso I, Collazos C. A study of the minimum calcium requirements of adult men. J Nutr 1952;46:181-201.
- Elders PJ, Lips P, Netelenbos JC, et al. Long-term effect of calcium supplementation on bone loss in perimenopausal women. J Bone Miner Res 1994;9:963-970.
- Dawson-Hughes B, Harris SS, Krall EA, Dallal GE. Effect of withdrawal of calcium and vitamin D supplements on bone mass in elderly men and women. Am J Clin Nutr 2000;72:745-750.
- Bischoff-Ferrari HA, Kiel DP, Dawson-Hughes B, et al. Dietary calcium and serum 25-hydroxyvitamin D status in relation to BMD among U.S. adults. J Bone Miner Res 2009;24:935-942.
- Bischoff-Ferrari HA, Dawson-Hughes B, Baron JA, et al. Milk intake and risk of hip fracture in men and women: a meta-analysis of prospective cohort studies. J Bone Miner Res 2011;26:833-839.
- Bian S, Hu J, Zhang K, Wang Y, Yu M, Ma J. Dairy product consumption and risk of hip fracture: a systematic review and meta-analysis. BMC Public Health 2018;18:165.
- Bischoff-Ferrari HA, Dawson-Hughes B, Baron JA, et al. Calcium intake and hip fracture risk in men and women: a meta-analysis of prospective cohort studies and randomized controlled trials. Am J Clin Nutr 2007;86:1780-1790.
Beste redactie,
Bedankt voor de informatie. Ik heb echter nog wel een kanttekening, in het vertoonde figuur is alleen gekeken naar botbreuken specifiek in de heupen. Echter heeft dit ook met andere factoren te maken, namelijk het aandeel vetpercentage rondom de heupen, de demografische samenstelling van het land en de beschikbare gezondheidshulp (zoals bijv. mantelzorgers and verpleging die vooral bij ouderen kunnen helpen voorkomen dat iemand valt). Is hier in de studie rekening mee gehouden? Ik ben erg benieuwd. Heel fijn trouwens dat jullie de informatie vertalen voor een breder publiek, ik vind dat iedereen daar recht op moet hebben, in plaats van dat we zomaar alles aannemen wat het voedingscentrum zegt (die natuurlijk ook erg veel baat heeft in de winstmarge van melkproducten aangezien we wereldwijd een van de grootste producten hiervan zijn)
Hartelijke groet,
Saranda Meester
Beste Saranda,
Hartelijk dank voor jouw aanvullingen. In het figuur waar de botbreuken (van de heup) uitgezet is tegen de melkconsumptie is verder geen rekening gehouden met factoren die de uitkomsten kunnen beïnvloeden; alle demografische kenmerken die jij noemt zullen daarbij inderdaad niet meegenomen zijn. Goed dat je dat opmerkt! Het is daarom ook voorbarig om op basis van die gegevens te zeggen dat er een oorzaak-gevolg relatie is. In de alinea net boven dat figuur bespreken we nog wel het volgende:
“In meerdere grote gepoolde studies waarbij de melk inname verschilde van minder dan 1,5 eenheid tot meer dan 30 eenheden per week, werd geen enkel verband gevonden tussen melkconsumptie en het risico op een gebroken heup”
Ook op basis van die studies kan niet onomstotelijk bewezen worden dat het een oorzaak-gevolg relatie is, omdat dit cohort onderzoeken zijn. Wel wordt er in vrijwel al die onderzoeken gecorrigeerd voor een aantal belangrijke factoren die van invloed kunnen zijn op de uitkomst, zoals leeftijd en BMI (wat ook weer goed correspondeert met het vetpercentage rondom de heupen). Daarom zeggen de resultaten van die onderzoeken wat ons betreft veel meer over het verband tussen melkconsumptie en het risico op botbreuken.
Verder bedankt voor jouw complimenten en wij doen ons best om ook in de toekomst zoveel mogelijk informatie te vertalen voor een breder publiek. Desalniettemin zijn we ook heel blij met het werk dat instanties als het voedingscentrum doen omdat ze met hun concrete adviezen een heel groot publiek weten te bereiken en echt een verschil kunnen maken. Hopelijk kunnen wij daar verder aan bijdragen met nog net iets uitgebreidere en genuanceerdere informatie.
Met vriendelijke groet,
Thijs Landman