De term “bias” kan op heel veel manieren vertaald worden. Voor wetenschappelijk onderzoek verwijst bias naar een “vertekening” of “vervorming”. Er is sprake van een bias als externe factoren de uitkomsten van het onderzoek beïnvloeden. Het gevolg hiervan is dat de uitkomsten geen goede afspiegeling zijn van de werkelijkheid en daarmee betrouwbaarheid verliezen. Er zijn meerdere soorten bias die bij wetenschappelijk onderzoek op kunnen treden. In dit artikel bespreken we één van de meest voorkomende vormen van bias: informatiebias.
Informatiebias houdt in dat er een systematische vertekening optreedt in het meten van bepaalde onderzoeksgegevens (bijvoorbeeld een risicofactor of onderzoeksuitkomst). De fout kan bij de onderzoekers optreden doordat ze de gegevens op een verkeerde (of niet ideale) manier meten, maar ook bij de proefpersonen doordat ze belangrijke informatie verkeerd vermelden. Dat betekent niet dat deze fouten bewust gemaakt worden. Deze bias is meestal het gevolg van de manier waarop gegevens gemeten worden en/of de manier waarop mensen zich bepaalde dingen herinneren. Om dit te illustreren is het misschien het handigste om naar een aantal voorbeelden te kijken.
Informatiebias kan op veel verschillende manieren optreden. Hieronder volgen twee voorbeelden:
Het is vaak heel moeilijk om informatiebias volledig te voorkomen, maar het risico kan door onderzoekers beperkt worden door gestandaardiseerde meetinstrumenten te gebruiken of door de onderzoeker die de uitkomst meet te blinderen (meer daarover in dit artikel). Ook kan er in sommige gevallen gekozen worden voor een uitkomst die niet (of minder) gevoelig is voor informatiebias; Een voorbeeld hiervan is sterfte. Toch kan informatiebias bij lang niet alle onderzoeken vermeden worden en betekent dat niet meteen dat de resultaten niet bruikbaar zijn, zolang er maar rekening mee gehouden wordt in de interpretatie van de onderzoeksresultaten en de onderzoekers deze onvolkomenheden bespreken in hun artikel.