Suppletie van gelatine is de afgelopen jaren steeds populairder geworden onder atleten. Het Internationaal Olympisch Comité (IOC) heeft het in 2018 zelfs aanbevolen aan professionele sporters (1). Zij stellen dat gelatine mogelijk een positief effect heeft op de gezondheid van kraakbeen, gewrichten en pezen (2-4). In dit artikel willen wij nagaan wat de bewijskracht voor deze bewering op dit moment is.
De meeste mensen kennen gelatine als ingrediënt in gelatinepudding en drop, maar gelatine heeft tal van toepassingen. Farmaceutische bedrijven gebruiken gelatine bijvoorbeeld voor het maken capsules van medicijnen. Daarnaast wordt gelatine ook gebruikt bij het maken van bankbiljetten, lucifers en meubels.
Gelatine is opgebouwd uit aminozuren. Het lichaam gebruikt deze bouwstenen voor allerlei processen zoals de opbouw van huid, botten en pezen. Gelatine bestaat voornamelijk uit de volgende aminozuren: glycine, proline, hydroxyproline, hydroxylysine en arginine(5). Van deze aminozuren is alleen lysine een essentieel aminozuur, wat wil zeggen dat het lichaam het niet zelf aan kan maken en dus afhankelijk is van inname van voedingsproducten die lysine bevatten.
Collageen is het eiwit dat wordt gebruikt voor het maken van gelatine. Zodoende zijn ze opgebouwd uit dezelfde aminozuren. Collageen is verder een belangrijk eiwit voor het bindweefsel in het menselijk lichaam. Je pezen bestaan bijvoorbeeld voor 85% uit collageen maar het is ook een structureel eiwit in ligamenten, botten en de huid. Hierbij is collageen cruciaal voor een goede krachtoverdracht en integriteit van je bindweefsel. Er zijn verschillende types collageen, waarbij collageen type I 90% van het totale gehalte aan collageen in het menselijk lichaam bepaald.
Gelatine en collageen zijn opgebouwd uit dezelfde aminozuren(5) dus als je gelatine eet krijgt het lichaam meer bouwstenen om collageen te produceren. De onderzoeksgroep van dr. Baar heeft dit 2019 aangetoond (6). Zij hebben de afgelopen jaren meerdere studies gepubliceerd over dit onderwerp waaronder één van de studies die door het IOC werd aangehaald in hun aanbeveling. In de meest recente studie vergeleken zij verschillende vormen van collageen suppletie op enerzijds de toename van aminozuren in het bloed en anderzijds de mate van collageen productie.
Voor de studie werden 10 gezonde recreationele mannelijke sporters geïncludeerd. De supplementen werden één uur van tevoren ingenomen waarna ze zes minuten moesten touwtjespringen. Vier uur later werd er bloed geprikt om de collageenproductie te bepalen.
Figuur 1.
Uitleg figuur: Aminozuur concentratie in het serum na inname van gelatine (GEL), gehydrolyseerd collageen (HC) of gummiberen (GUM). Er was geen verschil tussen de verschillende interventies. Het figuur komt uit Lis et al. (6).
Uit figuur 1 blijkt dat verschillende vormen van suppletie eenzelfde stijging gaven in de aminozuurconcentraties in het bloed. Alleen leucine, een essentieel aminozuur dat belangrijk is voor spieropbouw, liet een daling zien maar dat kwam doordat het nauwelijks aanwezig was in het supplement (0,04%). Hiermee werd aangetoond dat het eten van gelatine ervoor zorgt dat er meer bouwstenen in het bloed aanwezig zijn om collageen te produceren.
Om de productie van collageen te beoordelen wordt gebruik gemaakt van PINP, wat een gevalideerde marker is voor collageen type I-botsynthese (7). Het is een afbraakproduct dat vrijkomt in het bloed bij productie van collageen type I, waardoor een hogere PINP-waarde wijst op een toename in collageen productie.
In de studie van de onderzoeksgroep van dr. Baar uit 2019 zagen ze wel een toename in PINP maar de stijging was niet significant. Daarentegen hebben ze in 2017 een soortgelijke studie gepubliceerd waarbij er wel een significant resultaat werd gevonden (figuur 2). In deze studie vergeleken zij verschillende doseringen gelatine met placebo op het serumgehalte PINP. Hiermee werd aangetoond dat de combinatie van touwtjespringen, gelatine en vitamine c zorgt voor een toename in de productie van collageen. De kanttekening die hierbij gemaakt moet worden, is dat niet bekend is waar deze productie plaatsvindt. Het kan zijn dat de stijging voornamelijk wordt verklaard door verhoogde productie in de huid of botten en niet in de pezen. De auteurs gaven ook toe dat de kans bestaat dat we kijken naar collageensynthese van botten omdat ook zij gestimuleerd worden door korte periodes van high impact oefeningen, zoals touwtjespringen (8).
Figuur 2.
Collageen synthese na training en suppletie van placebo, 5 gram gelatine of 15gram gelatine. Het figuur komt uit Shaw et al. (2).
Het uiteindelijke doel van de inname van gelatine is enerzijds het voorkomen van peesklachten en anderzijds het sneller verhelpen van peesklachten. In 2016 publiceerde Balius et al. een studie naar het effect van een oefenprogramma met suppletie van collageen en vitamine c op achillespeesklachten (9). Zij includeerden 55 patiënten met achillespeesklachten en maakten 3 groepen.
Als uitkomstmaten gebruikten zij een pijnscore in rust en tijdens inspanning en de VISA-A vragenlijst, die de ernst van achillespeesklachten meet. Zij zagen in alle groepen een significante verbetering in verloop van tijd in de drie uitkomstmaten. Tussen de groepen zelf vonden zij weinig verschillen. Alleen de pijn in rust was significant minder in de groepen die suppletie kregen ten opzichte van alleen excentrisch trainen. Een kanttekening bij deze studie is dat er geen placebogroep was en ze werden gefinancierd door de fabrikant van het supplement.
In 2019 publiceerde Preat et al. een onafhankelijke pilotstudie naar het effect van gelatine op achillespeesklachten (10). Voor deze studie includeerde zij 20 hardlopers met langdurige achillespeesklachten (gemiddeld >2 jaar). De patiënten werden verdeeld in twee groepen, waarbij groep 1 de eerste helft van de studie gelatine kreeg en in de tweede helft een placebo; bij groep 2 was dit precies andersom. Naast de gelatine kregen ze ook een oefenprogramma waarbij de achillespees excentrisch werd getraind gedurende zes maanden. Na drie maanden konden twee keer zoveel patiënten in de behandelde groep het hardlopen weer hervatten (60% versus 30%). Daarnaast verbeterde de VISA-A vragenlijst significant in de interventie groep (12,6 versus 5,3; hierbij is 6,5 een klinisch significante verbetering). Na drie maanden kreeg groep 2 de gelatine suppletie en gingen zij significant beter vooruit dan groep 1 in die periode. Deze twee studies tonen aan dat gelatine een mogelijk positief effect heeft op peesklachten. Het zijn wel kleinschalige studies waardoor het precieze effect niet goed te voorspellen is.
Het suppleren van gelatine lijkt een veilige manier om de collageensynthese te stimuleren. Daarnaast zijn er kleine studies die aantonen dat het een voordeel kan hebben bij patiënten met peesproblemen, maar grote klinische trials ontbreken helaas nog. Het valt dus zeker te overwegen om gelatine supplementen te adviseren bij mensen met peesklachten.