Misschien wel de meest gevoerde discussie binnen de leefstijlgeneeskunde: Zorgt verzadigd vet voor een verhoogd risico op het krijgen van hart- en vaatziekten? Ondanks het feit dat er enorm veel onderzoek naar gedaan is, blijven de meningen en adviezen verdeeld.
Het voedingscentrum en de gezondheidsraad adviseren om zo min mogelijk verzadigd vet te eten en producten die veel verzadigde vetten bevatten te vervangen door producten met onverzadigde vetten. Er zijn echter ook tegenstanders van dit landelijke beleid die beweren dat verzadigd vet onterecht in een kwaad daglicht gezet wordt.
In dit artikel bespreken we wat verzadigd vet precies is en bespreken we de vraag of verzadigd vet het risico op hart- en vaatziekten verhoogt.
Verschillende soorten vetzuren
In onze voeding zitten verschillende soorten vetzuren; voorbeelden hiervan zijn verzadigde en onverzadigde vetzuren. Maar wat is precies het verschil? Om dit goed te begrijpen is het eerst belangrijk om te snappen wat een vetzuur precies is.
Vetten worden (in het lichaam) opgeslagen in de vorm van triglyceriden. Dat is een verbinding tussen een glycerol molecuul (in het oranje) en drie (tri) vetzuren (in het groen). De glycerol vormt een soort ruggengraat waaraan drie vetzuren gekoppeld worden. Dit is hetzelfde voor de verzadigde en onverzadigde vetzuren.
Afbeelding 1. De bouw van triglyceriden
Verzadigde en onverzadigde vetten
Wanneer we het hebben over het verschil tussen verzadigd of onverzadigd vet, dan hebben we het eigenlijk over de biochemie van de individuele vetzuren en dus niet over het glycerol Ook het eerste gedeelte van de vetzuren is hetzelfde; alleen in de rest van het molecuul verschillen verzadigde en onverzadigde vetzuren van elkaar (de rode cirkel in de afbeelding hieronder).
- Bij verzadigde vetzuren hebben alle koolstofatomen (hieronder aangeduid met een C) een enkele binding met elkaar en heeft elk koolstofatoom een binding met twee waterstofatomen (hieronder aangeduid met een H). Het vetzuur is dus “verzadigd” met waterstof.
- Bij onverzadigde vetzuren is er tussen sommige koolstofatomen een dubbele binding. Hierdoor kunnen deze koolstofatomen minder waterstofatomen binden en zijn ze dus “onverzadigd”.
Zie de afbeelding hieronder voor meer duidelijkheid.
Afbeelding 2. Verzadigde en onverzadigde vetzuren
Om het nog wat ingewikkelder te maken, bestaan er dan ook nog enkelvoudige onverzadigde vetzuren en meervoudig onverzadigde vetzuren. Dit klinkt lastig, maar is eigenlijk vrij eenvoudig. De enkelvoudige onverzadigde vetzuren hebben namelijk één enkele dubbele binding, terwijl de meervoudig onverzadigde vetzuren meerdere dubbele bindingen hebben.
Misschien heb je wel eens gehoord van omega-3 en omega-6 vetzuren? Dit zijn voorbeelden van meervoudig onverzadigde vetzuren.
In de praktijk is vet een mengsel van verzadigde en onverzadigde vetzuren. Het ene vet bevat meer verzadigde vetzuren en het andere meer onverzadigde vetzuren.
Waar zit verzadigd vet in?
Verzadigde vetten zitten vooral in dierlijke producten zoals vlees en zuivelproducten. Maar het komt ook voor in bepaalde plantaardige olie zoals palmolie en kokosolie. Onverzadigde vetten komen veel voor in plantaardige producten en zitten bijvoorbeeld in noten, olijfolie of lijnzaadolie. Maar ook vis bevat veel onverzadigde vetzuren.
Zoals hierboven beschreven verschillen verzadigde en onverzadigde vetzuren in hun biochemische structuur. Hierdoor hebben ze ook verschillende eigenschappen en is te herkennen of een product veel verzadigd of onverzadigd vet bevat.
Verzadigde vetten zijn vaak te herkennen aan het feit dat ze bij kamertemperatuur een vaste vorm hebben; denk aan boter. Onverzadigde vetten zijn bij kamertemperatuur vaak vloeibaar; zoals olijfolie.
Afbeelding 3. Voedingsproducten met verzadigde en onverzadigde vetten
Het belang van vetten
Vetten zijn een belangrijke energiebron voor het lichaam, net zoals koolhydraten. Vetten leveren echter meer energie per gram in vergelijking met koolhydraten. 1 gram vet levert 9 kilocalorieën energie en 1 gram koolhydraten “slechts” 4 kilocalorieën. Dat maakt vet daarom ook uitermate geschikt voor de opslag van energie in ons lichaam.
Het betekent ook dat vetrijke producten relatief veel kilocalorieën bevatten en tijdens de evolutie van de mens de belangrijkste energiebron waren. Tegenwoordig is er helaas vaak een overschot aan eten en zorgt het eten van veel vetrijke producten al snel tot een overschot aan calorieën met overgewicht tot gevolg.
Vetten zijn niet alleen belangrijk als energiebron maar vervullen veel meer functies in het lichaam. Ze zijn onder andere essentieel voor de opbouw van onze lichaamscellen.
Waarom wordt verzadigd vet gezien als “slecht” vet?
Het eten van verzadigd vet kan bijdragen aan een verhoogd risico op hart- en vaatziekten door verschillende mechanismen. Dit is erg complex, maar hieronder zullen we kort enkele belangrijke factoren benoemen:
- Verzadigd vet verhoogt het LDL-cholesterol (het slechte cholesterol) via een direct effect op de lever. Het eten van verzadigd vet verandert onder andere de activiteit van de LDL-receptoren in de lever en stimuleert de aanmaak van cholesterol door veranderde enzymactiviteit.
- Bij een dieet rijk aan verzadigd vet neemt niet alleen de hoeveelheid LDL toe, maar ook de vorming van andere schadelijke lipoproteïnen.
- Het eten van verzadigd vet zorgt voor een verminderde uitscheiding van cholesterol via de gal.
- Verzadigd vet kan ook bijdragen aan ontstekingsprocessen in de vaatwanden. Chronische ontsteking speelt een belangrijke rol bij de ontwikkeling van aderverkalking.
De Nederlandse richtlijn
In de richtlijnen gezonde voeding uit 2015 beschrijft de gezondheidsraad dat het eten van verzadigd vet zorgt voor een verhoging van het LDL-cholesterol. Het vervangen van verzadigd vet voor onverzadigd vet zorgde juist voor een verlaging van het LDL-cholesterol. Deze bevindingen waren vooral gebaseerd op één grote meta-analyse uit 2003[1].
Daarnaast wordt in dezelfde richtlijn beschreven dat het eten van verzadigd vet zorgt voor een verhoog risico op het krijgen van een hartinfarct. Deze bevindingen werden gebaseerd op meerdere grote klinische studies[2-5].
Afbeelding 4. De belangrijkste risico's van verzadigd vet
Zorgt verzadigd vet voor hart- en vaatziekten?
Uit een meer recente grote meta-analyse die niet meegenomen werd voor de richtlijnen van de gezondheidsraad bleek nog steeds dat het verlagen van de inname van verzadigd vet zorgt voor een lager LDL-cholesterol en ook voor een lager risico op het krijgen van hart- en vaatziekten[6]. Er was echter geen verschil op de kans om te overlijden aan hart- en vaatziekten.
De onderzoekers concluderen dat er een gezondheidswinst te behalen is door het vervangen van verzadigd vet voor meervoudig onverzadigd vet. Deze bevinding geldt zowel voor gezonde mensen als voor mensen die eerder al hart- en vaatziekten hebben gehad.
In deze recente meta-analyse in de Cochrane database werden in totaal 15 gerandomiseerde klinische studies meegenomen. In totaal deden hier ongeveer 59.000 proefpersonen aan mee. Al deze studies keken naar het effect van een verlaging van de inname van verzadigd vet in het dieet. De manier waarop ze dit deden verschilde wel. In sommige studies kregen proefpersonen een specifiek dieet voorgeschoteld, in andere studies kregen ze alleen adviezen. Als uitkomsten werd er onder andere gekeken naar het cholesterolgehalte, maar ook het optreden van hart- en vaatziekten en het overlijden hieraan.
Uiteindelijk concludeerden de onderzoekers dat het verlagen van de inname van verzadigd vet zorgt voor een lager LDL-cholesterol en ook voor een lager risico op het krijgen van hart- en vaatziekten. Ze vonden echter geen verschil in overlijden.
Is er ook een tegengeluid?
De afgelopen jaren is er echter ook steeds meer ruimte voor een tegengeluid. Een recente review beschrijft dat er geen duidelijk verband is tussen het eten van verzadigd vet en het optreden van hart- en vaatziekten[7]. De onderzoekers baseren zich daarbij op een groot aantal klinisch onderzoek. Ondanks het feit dat dit review niet systematisch is uitgevoerd en vooral de kant wordt belicht die hun standpunt aantoont; namelijk dat het eten van verzadigd vet geen ernstige gezondheidsrisico’s met zich meebrengt, is het wel goed dat er een tegengeluid is.
Opvallend genoeg neemt deze review ook de meta-analyse mee die wij hierboven beschrijven en concluderen de auteurs dat er geen bewijs is dat het eten van verzadigd vet het risico op het overlijden van hart- en vaatziekten verhoogt.
Zoals we hierboven beschreven werd er in dat grote onderzoek inderdaad geen significant verband gevonden tussen het eten van verzadigd vet en het overlijden aan hart- en vaatziekten. Maar het is wat ons betreft te kort door de bocht om je daarbij alleen te focussen op het risico om ergens aan te overlijden. Het risico om vroegtijdig aan een bepaalde ziekte te overlijden is een veelvoorkomende uitkomst in klinische studies, maar zegt lang niet altijd alles. Ook het optreden van bepaalde ziektes kan wel degelijk een ernstige belasting zijn voor patiënten en de gehele samenleving. De onderzoekers van dit review zijn wat ons betreft dus wat te kort door de bocht door zoveel nadruk te leggen op het risico om vroegtijdig te overlijden.
Conclusie
De discussie of verzadigd vet zorgt voor meer hart- en vaatziekten blijft erg gevoelig. Op basis van het huidige wetenschappelijk bewijs, kunnen we de volgende conclusies trekken:
- Er is vrij sterk bewijs dat het eten van verzadigd vet het LDL-cholesterol verhoogt en dat het vervangen van verzadigd vet voor onverzadigd vet een positief effect heeft op ons cholesterolgehalte.
- Wat de effecten zijn van het eten van verzadigd vet op het krijgen van hart- en vaatziekten blijft een onderwerp van discussie. De richtlijnen in Nederland stellen dat het beperken van de hoeveelheid verzadigd vet een positief effect heeft op de gezondheid van ons hart- en bloedvaten, maar deze richtlijn stamt uit 2015. Gezien de meer recente grote meta-analyse uit de betrouwbare Cochrane database, zijn we wel geneigd om te stellen dat het beperken van verzadigd vet in de voeding positieve gezondheidseffecten heeft.
- Er zijn echter ook tegengeluiden die beweren dat er geen duidelijk bewijs is dat het eten van verzadigd vet het risico op het overlijden aan hart- en vaatziekten verhoogt. Die conclusies zijn echter niet ondersteunt met systematisch meta analyses.
- Het laatste woord is hier zeker nog niet over gezegd. Wij zijn heel benieuwd naar een nieuwe richtlijn gezonde voeding die hopelijk in de komende jaren gepubliceerd wordt.
Gerelateerde artikelen
Bronnen
- Mensink, R.P., et al., Effects of dietary fatty acids and carbohydrates on the ratio of serum total to HDL cholesterol and on serum lipids and apolipoproteins: a meta-analysis of 60 controlled trials. Am J Clin Nutr, 2003. 77(5): p. 1146-55.
- Mozaffarian, D., R. Micha, and S. Wallace, Effects on coronary heart disease of increasing polyunsaturated fat in place of saturated fat: a systematic review and meta-analysis of randomized controlled trials. PLoS Med, 2010. 7(3): p. e1000252.
- Hooper, L., et al., Reduced or modified dietary fat for preventing cardiovascular disease. Cochrane Database Syst Rev, 2011(7): p. CD002137.
- Chowdhury, R., et al., Association of dietary, circulating, and supplement fatty acids with coronary risk: a systematic review and meta-analysis. Ann Intern Med, 2014. 160(6): p. 398-406.
- Skeaff, C.M. and J. Miller, Dietary fat and coronary heart disease: summary of evidence from prospective cohort and randomised controlled trials. Ann Nutr Metab, 2009. 55(1-3): p. 173-201.
- Hooper, L., et al., Reduction in saturated fat intake for cardiovascular disease. Cochrane Database Syst Rev, 2020. 5(5): p. CD011737.
- Valk, R., J. Hammill, and J. Grip, Saturated fat: villain and bogeyman in the development of cardiovascular disease? Eur J Prev Cardiol, 2022. 29(18): p. 2312-2321.